maandag 4 april 2011

*** (3) Dogar De jongen in het Achterhuis

Het kleine relletje dat ontstond rond Annexed, The incredible story of the boy that loved Anne Frank ging over de vraag of fantaseren over een Achterhuisromance wel mag. Maar het gedeelte over de liefde van Peter en Anne is juist heel integer en geloofwaardig gedaan. Belangrijker is dat de roman als geheel het product is van een zeer middelmatig schrijver. Die constatering maakt verdere discussie eigenlijk overbodig. Onderstaande bespreking stond op 19 maart in de Volkskrant.

De jongen die verliefd was op Anne Frank
In Engeland ontstond vorig jaar enkele maanden voor publicatie een klein relletje rond Annexed, het derde jeugdboek van de Britse kindertherapeut Sharon Dogar. Dat moet hebben gelegen aan de suggestieve ondertitel: ‘The incredible story of the boy that loved Anne Frank’. Seks in het Achterhuis? Kan dat wel?

Relletjes zijn vooral fijn voor de uitgever
Deze week verscheen de Nederlandse editie met hetzelfde omslagontwerp als De jongen in het Achterhuis, maar zonder die ondertitel. Terecht. Britse opvoeders maken zich misschien zorgen over de seksuele toespelingen in het boek, door de wol geverfde Nederlandse en Scandinavische tieners zullen er niet veel schokkenders in ontdekken dan het woord ‘vrijen’, een omhelzing en een kus. Sensatiezoekerij van een Britse uitgever? Het heeft er alle schijn van.
Een discussie over een nog niet bestaand boek is vooral een feestje voor de uitgever, want vaak stelt daarna niemand meer de relevante vraag of het ook een goed boek is. En dat is het niet.

Juist het liefdesdeel zit integer en geloofwaardig in elkaar
Er verschijnt elk voorjaar een hausse aan oorlogs- en onderduikboeken (zie ook ‘Net uit’). Annexed is echt niet veel beter of slechter dan de rest, hoogstens wat origineler van opzet. Peter van Pels (Van Daan in het dagboek van Anne) heeft de eerste maanden een grote hekel aan het kinderlijke schoolmeisje, dat braaf haar huiswerk doet en het onderduiken als een picknick ziet. Sterker nog, hij ergert zich aan heel de moreel superieure familie Frank.
Peter voelt zich helemaal geen jood en zou liever een Duitser op zijn gezicht slaan dan zich lijdzaam laten opsluiten achter een boekenkast. Hij heeft niet echt idealen, wil gewoon graag met een meisje naar bed voor hij naar een vernietigingskamp gaat. Iets wat de verlegen puber pas na honderden bladzijden durft te zeggen.
Het liefdesdeel van de roman zit niet alleen integer, maar ook best knap in elkaar. Juist omdát er bijna niets gebeurt. Peter, alleen handig met zijn handen, stelt zich stamelend teweer tegen de verbaal sterke en wispelturige gymnasiaste. Het enige écht navoelbare drama in het boek: idealen en menselijkheid worstelen met elkaar en er is geen echte winnaar. Ook de vooroorlogse reacties van de familieleden op de prille liefde en de onuitgesproken jaloezie van de stille Margot met haar brilletje zijn sterk materiaal voor een geslaagd verhaal.

Verder schreef Dogar een zeer middelmatige jeugdroman
En dat had het ook best kunnen worden, als Dogar haar pen niet zo krampachtig vasthield, alsof ze net van een cursus creatief schrijven kwam: ‘Pas als ik mijn ogen opendoe en de muren zie weet ik het weer. Weet ik dat ik hier ben.’ En zo emmert het maar door, met vervelende voetnoten die je steeds wijzen op onbenullige zaken die ze heeft veranderd ten opzichte van het dagboek. Waar trouwens door de Achterhuisbewoners veel te veel knipooggrapjes over worden gemaakt.
Niemand kan toen hebben geweten dat het dagboek later door heel de wereld gelezen zou worden. Maar Dogar weet dat wel en dus maakt ze na het al te menselijke, licht sensuele uitstapje van Anne toch maar weer gauw een joodse Jeanne d’Arc. Peter reduceert ze tot iemand die in de strijd tegen de Duitsers alleen maar aan zijn eigen genot denkt en pas in het concentratiekamp tot inkeer komt. Heldenverering en zwart-witdenken waar we ruim zestig jaar na dato nu ook in de jeugdliteratuur wel eens van af mogen.
Dat je geen fictie zou mogen schrijven over Anne Frank omdat haar zoiets vreselijks is overkomen is natuurlijk onzin. Dan kunnen we de hele historische letterkunde wel opheffen. Een beantwoorde liefde in het Achterhuis is helemaal niet zo ongeloofwaardig en Anne van harte gegund. Maar Nederlands’ beroemdste dagboekschrijfster had bij die onderneming wel iets beters verdiend dan een middelmatige auteur.